Spelregels
Waarom spelregels ?
We bridgen voor ons plezier . Sommigen durven wel eens beweren
dat de spelregels dat plezier verstoren.
Maar bedenk eens dat ook cafévoetbalploegen spelen voor het plezier, en ook volgens de internationale spelregels spelen: buitenspel is buitenspel en een opzettelijke trap
tegen de schenen wordt bestraft met een rode kaart. Het beoordelen van ‘fouten’ en ook een gepaste rechtzetting regelen is werk voor de scheidsrechter, en niet voor diegene aan tafel
die het hardst kan roepen, en ook niet voor diegene die al het langste bridge speelt.
Het is daarom belangrijk én noodzakelijk dat je een scheidsrechter aan je tafel
uitnodigt zo snel je denkt dat er aan je tafel ‘iets fout’ gebeurt.
Hoe moet je je aan tafel gedragen?
Uit artikel 74 van de reglementen : ‘Een speler behoort zorgvuldig iedere opmerking of onnodige handeling te vermijden die ergernis of verlegenheid zou kunnen veroorzaken bij een andere speler of het genoegen van het spel zou kunnen verstoren.’
Een speler mag niet:
- Onvoldoende aandacht aan het spel besteden.
- Ongevraagd commentaar leveren tijdens bieden en spelen.
- Een kaart klaar houden voordat hij aan de beurt is.
- Een tegenstander proberen te misleiden door een vraag, opmerking of gebaar, door haast of aarzeling, (bijvoorbeeld aarzelen met een singleton).
- Een blijk van goed- of afkeuring ten aanzien van een bieding of speelwijze uiten.
- Een opmerking maken over of door manier van handelen aandacht vestigen op aantal slagen nog te maken nodig voor het geboden contract.
- Afwijken van het normale tempo van bieden of spelen met de bedoeling een tegenstander in de war te brengen.
- Onnodig de tafel verlaten.
Hoe ga je om met de kaarten?
- Tel je kaarten (zonder ze te zien) bij het begin én bij het einde van het spel.
- Kom ‘gedekt’ uit ( beeldzijde naar beneden) , zodat een eventueel foute uitkomst
zonder problemen kan teruggenomen worden.
- Eens de vier kaarten in een slag omgedraaid zijn, mogen ze niet meer opengelegd
worden. Een speler mag wél nog zijn eigen laatstgespeelde kaart zien, zolang niemand in de volgende slag een kaart gespeeld heeft.
- Ruim je kaarten pas op als er overeenstemming aan tafel is over het aantal gewonnen / verloren slagen. - Schud de kaarten voor je ze opruimt.
- Raak nooit de kaarten van een andere speler aan zonder diens toestemming.
- Het spelbordje moet in het midden van de tafel blijven liggen zolang het spel duurt.
worden. Een speler mag wél nog zijn eigen laatstgespeelde kaart zien, zolang niemand in de volgende slag een kaart gespeeld heeft.
- Ruim je kaarten pas op als er overeenstemming aan tafel is over het aantal gewonnen / verloren slagen. - Schud de kaarten voor je ze opruimt.
- Raak nooit de kaarten van een andere speler aan zonder diens toestemming.
- Het spelbordje moet in het midden van de tafel blijven liggen zolang het spel duurt.
Het biedproces
Denk na voor je met je hand naar de biedbox gaat, en voordat je een biedkaartje aanraakt. (aanraken van een biedkaartje en dan een ander nemen kan immers ‘ongeoorloofde informatie’ zijn voor je partner.) Vanaf het moment dat een biedkaartje de biedbox verlaat, is de bieding gebeurd:
heb je je toch vergist van bod, zet dan je beste pokerface op en probeer niets te laten merken.
Je mag wel een bod corrigeren als je je mispakt hebt.
(bijvoorbeeld het volgende biedkaartje blijft plakken, of je hebt een biedkaartje te weinig genomen).
Wanneer mag je vragen stellen over een bieding van de tegenstander?
Je mag enkel vragen stellen als het jouw beurt is om te bieden of te spelen. Uitzondering hierop is : je mag vragen stellen nadat je partner gedekt is uitgekomen .... Als je geen vragen hebt, mag je partner zijn uitkomst omdraaien.
Herhaling van het (volledig) biedverloop mag je enkel vragen tijdens je eerste beurt om (bij) te spelen. Het eindbod mag je altijd vragen, ook of het gedubbeld is of niet.
Wanneer is een kaart gespeeld?
Tegenspelers : als de kaart zo gehouden wordt dat partner ze had kunnen zien.
Leider : als de kaart zo gehouden wordt dat wordt aangegeven dat ze gespeeld is, of als ze genoemd werd.
Dummy : als de leider de kaart genoemd of aangeduid heeft ;
als de leider een kleur noemt zonder de hoogte te vermelden, moet de kleinste kaart in die kleur gespeeld worden (tenzij de andere bedoeling van de leider onomstotelijk vaststaat). Dummy mag dus ook nooit vragen : ‘welke?